Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB7581

Datum uitspraak2007-11-06
Datum gepubliceerd2007-11-12
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers460542 ov 07-3094
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Boek 1 BW Personen- en familierecht Verzoek tot instellen meerderjarigenbewind Art. 1:431 BW Verzoek afgewezen Geen sprake van lichamelijk en/of geestelijk gebrek Instelling van een meerderjarigenbewind geen instrument voor schuldensanering Voor schuldensanering kent wet andere mogelijkheden


Uitspraak

RECHTBANK BREDA Sector kanton Locatie Bergen op Zoom zaak/rolnr.: 460542 OV VERZ 07-3094 beschikking d.d. 6 november 2007 op een verzoek tot instelling van een meerderjarigenbewind van [WvG], wonende te [adres]. 1. Het procesverloop 1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken: a. het op 1 oktober 2007 door de griffie van de rechtbank ontvangen verzoekschrift (met bijlagen); b. het proces-verbaal van gehoor van de griffier met betrekking tot het verhandelde op de terechtzitting van 6 november 2007. 1.2 De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast. 2. De beoordeling 2.1 Het verzoek strekt tot de instelling van een bewind over de goederen van [WvG], hierna te noemen rechthebbende, geboren te , wonende te [adres], onder gelijktijdige benoeming van Bewindvoering Brabant vof, gevestigd te 4840 AB Prinsenbeek, Postbus 72, tot bewindvoerder. 2.2 Een vereiste voor onderbewindstelling is dat er sprake moet zijn van een lichamelijk of geestelijk gebrek bij betrokkene (art 1: 431, lid 1 BW). In het verzoekschrift schrijft betrokkene dat hij problemen heeft met schuldeisers en dat hij daarom begeleid wil worden door de voorgestelde bewindvoerder omdat hij het geestelijk niet meer aan kan. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart betrokkene desgevraagd dat hij voor een bedrag van ongeveer € 8.000,00 à € 9.000,00 aan schulden heeft. Deze schuld is hoofdzakelijk ontstaan als gevolg van een lening voor aanschaf van een auto. Betrokkene staat niet onder doktersbehandeling. Zegt wel van slag te raken wanneer hij brieven van schuldeisers ontvangt. Enkel het hebben van schulden is naar het oordeel van de kantonrechter echter onvoldoende voor toewijzing van dit verzoek tot onderbewindstelling. Er moet minstgenomen sprake zijn van een lichamelijke en/of geestelijke stoornis van dien aard, dat zij een behoorlijk vermogensbeheer in de weg staat. Van een dergelijke stoornis is echter geen sprake. Deze wettelijke beschermingsmaatregel dient niet te worden toegepast met enkel het doel om tot een schuldensanering te komen. Voor schuldensanering staan andere wegen open, waaronder bijvoorbeeld de WSNP of de schuldensanering via de Gemeentelijke Kredietbank (GKB). Niet is gebleken dat betrokkene laatstgenoemde wegen al heeft beproefd. Nu er zich geen grond voordoet als bedoeld in de wet, zal de kantonrechter het verzoek hierna afwijzen. 3. De beslissing De kantonrechter: wijst het verzoek af. Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 november 2007. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld: door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak; door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden. Het beroepschrift moet door tussenkomst van een procureur worden ingediend bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.